De repareerbaarheid van iPhones, smartphones en E-waste

8 dec 2025 door Pim Meurs
iPhone

Tijdens het lezen van een bachelor thesis over smartphone-design en repairability viel me op hoe helder het bevestigt wat we al heel lang horen uit de reparatiewereld: nieuwe smartphones worden simpelweg steeds moeilijker te repareren. Niet een beetje, maar structureel.

De thesis van Hedayat Bahrami vergelijkt oude iPhones zoals de iPhone 4 met moderne modellen zoals de iPhone 15. En het contrast is enorm. In het onderzoek staat zelfs een duidelijke visual waarin je ziet hoe de iPhone 4 met twee schroefjes open te maken is, terwijl de iPhone 15 Pro Max volledig vastzit met lijm en glas, waardoor openen meteen risico geeft op breuk.

Dat zie je door de hele analyse heen terug: waar oudere toestellen modulair waren, zijn nieuwe modellen gebouwd als één compact blok. Batterijen zijn vastgelijmd, camera-modules zitten diep geïntegreerd in het frame, en veel onderdelen zijn softwarematig gekoppeld aan het originele moederbord. Reparateurs zeggen al jaren hetzelfde, namelijk dat het steeds moeilijker wordt om telefoons te repareren omdat niets meer modulair is.

De thesis laat ook zien hoe dit langzaam verslechterd is door de jaren heen. Repairability-scores van iFixit worden aangehaald en die gaan duidelijk omlaag naarmate de modellen nieuwer worden. De iPhone 4 scoort nog goed, maar vanaf de iPhone 7 gaat het hard achteruit. En bij de iPhone 12 t/m 15 zie je dat lijm, glasconstructies en software-lock-ins reparaties behoorlijk frustreren. Voor het overzicht heb ik die tabel gekopieerd, zie onder:

Reparability scores Ifixit
iPhone model Reparability score
iPhone 4 7/10
iPhone 6 6/10
iPhone 7 4/10
iPhone X 6/10
iPhone 12 3/10
iPhone 15 2/10

Niet alleen de bouw maakt reparatie lastiger. Ook de manier waarop hardware tegenwoordig geïntegreerd is, denk aan chips waarin CPU, GPU, geheugen en AI-accelerators allemaal in één pakket zitten, betekent dat een defect onderdeel niet meer los vervangbaar is. Moderne iPhones zijn daardoor efficiënter en sneller, maar ook veel minder repareerbaar. Eén foutje, één beschadigd component, en je zit aan een volledige module-swap of zelfs aan totale vervanging.

Het effect hiervan? Repareren wordt moelijker. Het kost reparateurs meer tijd en geld om te repareren, laat staan dat je het zelf kunt repareren. En dat werkt vervanging van telefoons in plaats van repareren in de hand, het tegenovergestelde van waar we naartoe moeten.

Gelukkig laat de thesis óók zien dat beleid verschil kan maken. Er wordt uitgebreid stilgestaan bij Europese maatregelen zoals de Right to Repair-wet, WEEE-regels en nieuwe eisen rondom repareerbaarheid en beschikbaarheid van onderdelen. Dit soort regelgeving is hard nodig, want de markt lost het niet vanzelf op. Fabrikanten optimaliseren voor performance, waterdichtheid en design, niet voor duurzaamheid of reparaties.

Voor mij bevestigt dit onderzoek vooral één ding: wat reparateurs al jaren roepen, klopt helemaal. Nieuwe smartphones zijn technisch indrukwekkend, maar qua reparatie flink achteruitgegaan. Als we circulariteit serieus nemen, moet repareren net zo normaal worden als vervangen, en dat begint bij goed ontwerp én sterke wetgeving.

Over beleid en wat er allemaal gebeurt op dat gebied verwijs ik je graag door naar een blog die ik daar recent over schreef, namelijk een handig overzicht van de Right to Repair beweging. Wil je zelf de thesis van Bahrami lezen dan vind je die hier: thesis Bahrami.

Geinteresseerd in andere artikelen over E-waste? Bezoek ook onze kennisbank eens!