Tijdens m’n research naar circulariteit en smartphones kwam ik een master thesis tegen van Teemu Partanen (HAMK, 2025) die precies raakt aan een onderwerp waar wij dagelijks mee te maken hebben: software-updates als bepalende factor voor de levensduur van telefoons.
Partanen onderzocht hoe software-support circulariteit beïnvloedt, specifiek door Apple en Samsung met elkaar te vergelijken. Zijn scope bestond uit literatuuronderzoek, analyse van updatecycli, het in kaart brengen van bestaande refurbished-markten en een (kleinschalige) enquête onder softwareontwikkelaars en security-specialisten.
Een van de meest opvallende dingen: bijna niemand wil een tweedehands smartphone zonder software-updates. In de security-groep was dat zelfs nul procent. Dat bevestigt wat we in de praktijk ook steeds zien: zonder software-support wordt een device direct als onveilig en verouderd gezien, zelfs als de hardware nog perfect werkt.
De thesis laat daarnaast heel scherp zien hoe groot het historische verschil was tussen Apple en Samsung. Apple bood jarenlang zes jaar iOS-updates, terwijl veel Samsung-flagships slechts één tot drie jaar OS-updates kregen. Dat verklaart volgens Partanen waarom de tweedehandsmarkt voor iPhones volwassener is, terwijl Android second-hand nog vooral via Marktplaats-achtige platforms loopt.
Samsung beweegt inmiddels richting zeven jaar updates, wat een enorme stap vooruit is. Maar de markt zelf loopt nog achter. En dat is opvallend, want de gebruikte-smartphonemarkt groeit van ongeveer 53 miljard dollar naar bijna 190 miljard in 2034. Er liggen dus gigantische kansen, vooral aan de Android-kant waar refurbished-aanbieders nog nauwelijks professioneel zijn ingericht.
Een interessante observatie uit de thesis: de meeste smartphones worden niet weggegooid omdat de hardware kapot is, maar omdat de software-support stopt. Daardoor ontstaan miljoenen toestellen die technisch nog prima functioneren, maar in de praktijk niet meer als “veilig” of “bruikbaar” worden gezien.
Dat is iets wat we in de sector al heel lang weten, maar het is waardevol om het zo helder onderbouwd terug te zien in onderzoek. Alternatieve oplossingen zoals custom ROMs blijken geen realistisch antwoord en/of nog lastig. Partanen probeerde zelf Android 14 op een oude Pixel 1 XL te installeren en kwam tot de conclusie dat het complex, tijdrovend en risicovol is.
Partanen sluit af met drie duidelijke kansen:
- Commerciële support voor oudere toestellen, bijvoorbeeld in de vorm van beveiligingsupdates of “extended OS support”.
- Toestellen refurbishen, voorzien van veilige software en opnieuw in de markt zetten.
- Herverdeling naar regio’s waar betaalbare smartphones direct bijdragen aan economische kansen (bijvoorbeeld relocatie van ontwikkelde landen naar ontwikkelingslanden).
Voor mij bevestigt deze thesis iets belangrijks: circulariteit wordt niet alleen bepaald door repareerbaarheid of hardwarekwaliteit, maar net zo goed door het softwarebeleid van producenten. Een telefoon stopt niet met functioneren wanneer de batterij minder wordt, maar wanneer de updates stoppen. Als we circulaire ketens écht willen opschalen, moeten we software-support zien als een volwaardig onderdeel van levensduurverlenging en iets wat vanzelfdsprekend zou moeten zijn vanuit producenten.
Als je de volledige studie zelf wilt lezen, kan dat natuurlijk ook: Thesis Teemu Partanen.






