In gesprek met Maurits R. van Macleasy

18 nov 2025 door Pim Meurs
MacLeasy

Hoe ontstaat een bedrijf dat niet alleen draait om techniek, maar ook om mensen en maatschappelijke impact? We zitten aan tafel met Maurits, de oprichter van Macleasy: een plek waar Apple computers gerepareerd worden, neurodivergente jongeren worden opgeleid tot circulaire Mac repair technici en afgeschreven laptops worden gedoneerd aan mensen die het hard nodig hebben. Zijn verhaal is geen Instagram-succesverhaal, maar eentje van vallen, opstaan en vooral doorgaan.


Van faillissement naar nieuw begin

Wanneer is Macleasy begonnen, en wat was de aanleiding om te starten?
“Eigenlijk is Macleasy ontstaan uit een ondernemersavontuur dat niet goed is afgelopen,” begint Maurits openhartig. “Ik had een bedrijf (Mac Services) waarbij ik abonnementen voor zzp’ers aanbood. Voor de acquisitie ging ik in zee met een marketingpartij. Daar heb ik me flink op verkeken. Ik vertrouwde te veel op marketing en toen de klanten uitbleven, zat ik in de problemen. Dat zelfde bureau dat in mij geloofde heeft ook mijn faillissement aangevraagd..”

Wat volgde was een lastige periode. Tussen 2017 en 2019 kon ik nauwelijks iets doen.” Toch zat hij niet stil. “Ik vroeg me af: wat nu? Apple‑producten vond ik nog steeds interessant, want het zijn de beste laptops die je kunt vinden: veilig, duurzaam en betrouwbaar. Maar ook Apple gaat stuk. En dan moet je iets kunnen doen.”

Omdat hij zelf niet kon repareren, ging Maurits op zoek naar een samenwerking. “Ik voelde: ik moet iets met repareren en die enorme consumptie drang,” vertelt hij. Hij begon samen te werken met een reparateur, maar dat bleek uiteindelijk niet de juiste match. In 2019 kwam hij via een re-integratietraject Xander tegen, een jongen met autisme. “Ze vroegen me: kun je daar wat mee? Geen ervaring, maar ja laat ik het doen. En toen ik hem aan het werk zag, dacht ik meteen: wat een talent. Zo precies, zo geconcentreerd. Dat klikte.” Kort daarna beëindigde hij de samenwerking met de eerdere reparateur en begon een nieuw hoofdstuk.

Het laatste duwtje kwam door een persoonlijke ervaring: “Ik raakte betrokken bij een tramongeluk en er was al 2 keer ingebroken. Dat was een reflectiemoment: zit ik hier wel goed? Het antwoord was nee.” Hij vertrok uit zijn oude omgeving en vond uiteindelijk een plek bij de Social Impact Factory. “Eerst dacht ik: dat is niks voor mij, zo'n linkse geitenwollensokken club. Maar achteraf bleek het de beste beslissing ooit. Alles viel op zijn plek.”

Hoe is Macleasy veranderd en gegroeid

Sinds de samenwerking met Xander is Macleasy sterk veranderd. Maurits ontdekte dat jongeren met autisme of hoogbegaafdheid opvallend goed passen in het reparatievak. “Mensen met autisme denken vaak heel lineair, kunnen zich goed focussen en zijn ontzettend precies,” legt hij uit.

“Tegelijk brengt hoogbegaafdheid veel creativiteit mee, no-box gedachte en die combinatie werkt gewoon.”

Wat begon met één samenwerking groeide uit tot een bewuste strategie: Macleasy richt zich actief op neurodivergente jongeren. “Via UWV, gemeenten, scholen en reintegratie bedrijven krijgen wij onze mensen. We krijgen vaak cv’s, maar die zeggen weinig.

Daarom starten we altijd met een gesprek tussen de kandidaat, hun begeleider en mijzelf, gewoon met z’n drieën aan tafel. Daarna volgt een test. “Dat vinden ze vaak best spannend,” zegt Maurits. “We houden het laagdrempelig: ze halen bijvoorbeeld een computer uit elkaar en doen een paar andere simpele opdrachten. Het gaat niet om wat ze al kunnen, maar om hoe ze denken en werken.”

Zo krijgt Macleasy zicht op waar iemands talenten liggen. “We kijken naar een hele waslijst aan vaardigheden: technisch, sociaal, analytisch denken, probleemoplossend vermogen. Dat is het startpunt voor wat iemand bij ons kan gaan leren.”

Na de test volgt meestal een meeloopdag of een traject: dat kan een stage zijn, een werkervaringsplek of dagbesteding. “We zijn erkend leerbedrijf, werken als sociaal ondernemer onder PSC30+, en ik ben ook interne jobcoach,” legt Maurits uit. “Daardoor kunnen we snel schakelen en echt afstemmen op wat iemand nodig heeft.”

De maatwerk begeleiding volgt daarna. “Sommigen hebben veel structuur nodig, anderen juist ruimte. Ik kijk per persoon: wat kan iemand al? Waar is ruimte voor groei?” Die persoonlijke aanpak is volgens Maurits cruciaal. “Bij de één moet ik alles stap voor stap uitleggen, bij de ander moet ik juist structuur bieden en ruimte laten. Het is echt maatwerk.”

De impact van die aanpak is duidelijk merkbaar, ook voor het team en de klanten. “Iedereen krijgt hier een rol die past bij wat hij of zij kan. We hebben bijvoorbeeld iemand in dagbesteding die leerplichtig is en iets nuttigs moet doen. Hij blijkt ontzettend goed in het registreren van klantvragen en problemen, iets waar veel anderen juist moeite mee hebben. En gisteren deed hij ook nog twee reparaties!”

Tegenwoordig is Macleasy een plek waar alles samenkomt: ze repareren MacBooks op hoog niveau, leiden neurodivergente jongeren op tot technische talenten en doneren opgeknapte laptops aan mensen in de samenleving die de middelen niet hebben. Dat zijn de drie dingen die ze doen om impact te maken op het milieu, de mens en de maatschappij.
Visie op repareren

Hoe zou je jullie kijk op repareren omschrijven? Wat vinden jullie het belangrijkst?

Volgens Maurits draait repareren niet om het simpelweg vervangen van onderdelen. “Een winkel wil verkopen en zegt daarom vaak: dit apparaat is niet meer te redden. Maar een reparateur wil juist verlengen. Die kijkt op componentniveau: wat is er écht mis en kunnen we dat herstellen?” Die benadering vraagt volgens hem een andere blik. “Een reparateur is niet productgericht, maar mensgericht. Het gaat niet om het product zelf, maar om het verlengen van de bruikbaarheid voor de gebruiker.”

Wat onderscheidt jullie aanpak van andere reparatiebedrijven?

Maurits ziet duidelijke verschillen. “Veel reparateurs combineren hun werk met een winkel. En dan heb je automatisch ook een commercieel belang: je wilt misschien ook verkopen. Dat zorgt voor ruis.” Bij Macleasy hebben ze daar bewust afstand van genomen. “Wij hebben geen etalage in een duur pand in het centrum. Wij verkopen niks. Alles draait bij ons om reparatie, en dat doen we met aandacht en transparantie.”

Ook ziet hij kwaliteitsverschillen in de branche. “Er zijn reparateurs die niet transparant werken, of die geen zin hebben om te werken met doelgroepen die net wat meer begeleiding nodig hebben. Terwijl daar juist zóveel potentieel zit.”

Wat Macleasy daarnaast uniek maakt, is de samenwerking met andere specialisten.“We doen niet alles zelf, en dat is juist goed. Voor reparaties die wij niet uitvoeren, werken we samen met vakmensen die daar wél in gespecialiseerd zijn. Maar we doen alles in-house!

Want onafhankelijk zijn betekent dat je ook vrij bent om samen te werken. En dat is precies wat de branche nodig heeft: reparateurs die elkaar versterken in plaats van beconcurreren. Zo houd je de kwaliteit hoog én help je de klant het best.”


De toekomst van repareren

Hoe kijk je aan tegen de toekomst van de reparatiebranche?

Maurits is optimistisch over wat er mogelijk is, mits de branche de juiste koers blijft varen. “Reparateurs moeten zich vooral blijven richten op waar ze goed in zijn: écht goed repareren en samenwerken met andere vakmensen. Daar ligt de kracht van onze sector.

Wat we juist moeten vermijden, is dat we verzeild raken in lobby’s van brancheorganisaties die soms heel andere belangen hebben. Laat bijvoorbeeld Techniek Nederland zich richten op warmtepompen en installatiewerk, en wij de focus houden op reparatie. Dat is waar we het verschil maken.”

Volgens hem groeit de behoefte aan eerlijke en transparante reparaties razendsnel. “We hebben het drukker dan ooit, en dat is geen toeval. Mensen willen weten wie aan hun apparaat werkt, wat er gebeurt, en waarom. Als je daar eerlijk over bent, komen ze vanzelf. Dáár zit de toekomst.”

Macleasy wil die ontwikkeling actief ondersteunen, onder andere door te bouwen aan een netwerk van onafhankelijke reparateurs. “Geen top‑down structuur, maar bottom‑up. Wat kunnen we sámen doen om te zorgen voor een sociale IT‑economie die werkt voor iedereen?”

Tegelijk waarschuwt hij voor risico’s: “Als bedrijven te groot worden, draait het niet meer om de klant of kwaliteit, maar om aandeelhouders en verkoop. Kijk naar partijen als Apple, Amac, Coolblue en Mediamarkt, die hebben er geen belang bij dat apparaten langer meegaan dan 3 jaar. Dat is echt zonde.”

Wat verwacht je van de nieuwe right‑to‑repair regels en beleid?

Over de huidige ontwikkelingen rondom ‘right to repair’ is Maurits kritisch. “Ik geloof niet zo in het ‘recht op reparatie’ zoals het nu gepresenteerd wordt. Wat we écht nodig hebben is een ‘right to know’. Consumenten moeten gewoon eerlijk te horen krijgen wat er mis is met hun apparaat en wat de opties zijn, net zoals bij een medische diagnose.”

Zijn mening is gevormd door ervaring: “Ik werkte ooit in de Bijenkorf, in de verkoop. Klanten gingen daar de deur uit met spullen die ze helemaal niet nodig hadden. Dat zie ik nu ook in de elektronicawereld. Er wordt vaak geen eerlijke keuze geboden. Daarom zeg ik: kun je het niet repareren? Verwijs dan door naar iemand die het wél kan. Werk samen. Daar heeft de klant echt iets aan.”


Advies voor beginnende reparateurs

Op de vraag welk advies hij zou geven aan mensen die willen starten met repareren, hoeft Maurits niet lang na te denken. “Zorg dat je weet welke pijn je oplost. Dat is echt het allerbelangrijkste. Als je dat niet scherp hebt, ga je alle kanten op.”

“Ondernemen is moeilijk. Je moet heel goed weten wat je wél kunt, en wat je níet kunt. In mijn geval: ik kan niet zelf repareren. Maar ik kan wel analyseren, verbinden en begeleiden. Dus ik ben mensen gaan zoeken die die technische kant beheersen. Samen kom je verder.”

Ook over de praktische kant van starten is hij duidelijk. “Kies een niche en begin kleinschalig. En wees glashelder over wat je doet en voor wie je het doet. Want als jij niet weet wat je zoekt, krijg je, zoals ik het noem, iets wat je eigenlijk niet had bedoeld. De wet van Sinterklaas.”

Terugkijkend op zijn eigen pad had hij één ding graag eerder geweten. “Ik heb echt het wiel zelf moeten uitvinden, ook in de samenwerking met het UWV, gemeenten en andere instanties. Daar ging veel tijd overheen. Ik had gewild dat ik in 2017 al betrokken was bij deze community. Maar tegelijkertijd geloof ik ook: fouten maken hoort erbij. Ondernemen is leren door te doen en constant bijsturen.”


Tot slot

Wat Maurits de lezer vooral wil meegeven, is dit: “Het kan. We zijn het repareren niet verleerd, we hebben het nooit geleerd. De R-ladder voor IT is anders: Refuse, Rethink, Reduce, Repair, Recovery(data), en Reuse en dat moet weer de norm worden. Dus niet denken aan kapot of oud is afval, dus recyclen.

Reparateurs moeten weer gezien worden als de experts die bepalen wat er nog mogelijk is met een apparaat. Niet de verkoper, recycler of ICT-manager, maar de reparateur moet bepalen of iets echt ‘afval en afgeschreven is.”

Benieuwd naar wat Macleasy precies doet, of wil je zelf bijdragen aan een eerlijke, circulaire IT-wereld? Bezoek de website of loop gerust eens binnen bij hun locatie in Utrecht.